Skip to main content

Bram en het kleine mysterie

Een spannend boek voor jong en oud. Bram ontdekt drie kinderen onder zijn bed. Ze zijn gekrompen door een ‘ongelukje’. Bram en de mini-mensjes beleven een leuk avontuur als ze het mysterie oplossen. Waarna de kinderen weer hun ware grootte bereiken.

Verkrijgbaar bij vrijwel alle online boekwinkels.

Nu ook in het Engels als ‘Brad and the little mystery’

Hoe het begint …

Bram lag bang in bed met zijn dekbed over zich heen getrokken. Hij hoorde geritsel onder zijn bed. Dan was het weer een tijdje stil en dan was het geluid er weer.
Bram wist zeker dat er monsters of enge beesten onder zijn bed zaten.
Het liefst zat hij nu beneden, bij zijn ouders op de bank, veilig en warm tussen hen in.
Maar hij durfde niet uit bed te stappen. De monsters zouden hem dan zeker bij zijn benen grijpen en hun hol in slepen.

Krrr…! Daar was het geluid weer. Nu nog harder dan de vorige keer.
Bram moest flink zijn en toch maar heel snel uit bed stappen en dan naar zijn ouders rennen. Het moest!

Hij beet op zijn dekbed, kneep zijn ogen heel hard dicht en verzamelde al zijn moed. Razendsnel wierp hij het dekbed van zich af en rende de kamer uit.
Met twee traptreden tegelijk stormde hij de trap af.

Bram zwaaide de deur van de huiskamer open en bleef hijgend in de deuropening staan. Verbaasd keken zijn ouders naar hem op.
‘Bram, wat doe jij hier?’ zei papa. ‘Je hoort in je bed te liggen. Morgen moet je naar school.’
‘Ik kan niet slapen. Ik ben bang dat er monsters onder mijn bed zitten.’
Papa lachte en stond op uit zijn grote, luie papa-stoel waar alleen papa’s in mogen zitten.

‘Monsters bestaan helemaal niet, lieve schat,’ zei papa. ‘Kom, ik ga met je mee om onder je bed te kijken.’
Papa liep naar de gang en kwam terug met een zilveren zaklamp.
Bram bleef in de huiskamer staan, terwijl zijn vader de trap op liep.
‘Kom maar mee,’ zei papa, ‘dan gaan we samen onder je bed kijken.’

Op zijn blote voeten liep Bram zijn vader achterna. Wat is papa toch stoer, dacht Bram.
Papa deed het licht aan en knielde bij Brams bed neer.
‘Kom maar wat dichterbij, Bram,’ zei papa met zijn zware stem.

Bestel Bram en het kleine mysterie bij jouw favoriete online boekwinkel

Bram schuifelde naar zijn vader.
‘Kom maar naast me op de grond zitten. Dan kijken we samen even onder je bed.’
Als papa dat zei, was het goed, dacht Bram. Zijn vader scheen met de zaklamp onder het bed.
‘Kijk, niets te zien,’ zei hij. Hij scheen van links naar rechts en nog een keer terug. Er was inderdaad niets te zien. Papa aaide Bram over zijn hoofd.
‘Ga maar lekker slapen, ventje,’ zei papa. Bram sprong in bed en papa drukte een kus op zijn voorhoofd.

Het was muisstil in de kamer die was gevuld met wit licht van de maan.
Door het kleine dakraampje kon Bram de sterren zien. Papa had een keer gezegd dat elke ster eigenlijk een zon was. Bram begreep dat nog steeds niet. Met zoveel zonnen zou het toch heel warm op aarde zijn?
Hij zou het morgen nog een keer aan papa vragen.

Net toen Bram zich wilde omdraaien, hoorde hij weer dat enge geritsel onder zijn bed. Het klonk nu harder dan de vorige keer.

Even was Bram bang, maar toen dacht hij aan zijn vader die daarnet nog onder zijn bed had gekeken.
Ze hadden echt niets kunnen zien. Zou hij zelf nog een keer onder het bed durven kijken?

Het gevoel in zijn eentje onder zijn bed te kijken, gaf hem kriebels in zijn buik.
Nerveus pakte hij zijn zaklamp uit de la naast zijn bed.
Krrr…, het houten laatje piepte. Zou hij het echt durven?
Papa had het ook gedaan en er was niets aan de hand geweest. Zijn hart bonkte in zijn keel. Bram sloot zijn ogen, haalde een keer diep adem en boog langzaam over de rand van zijn bed.

‘Kom op, Bram,’ sprak hij zichzelf toe. ‘Nu moet je ook de zaklamp aandoen. Je bent al zo ver.’
Met een trillende vinger drukte hij op het aan en uit knopje van zijn zaklamp.
Bram tuurde tussen zijn wimpers door naar rechts. Hij zag wat pluizen en wat koekkruimels. Maar wat hij daarna zag, kon hij niet geloven.
Zag hij het wel goed? Hij maakte zijn ogen nu heel groot.
Er bewoog iets!
Hij kon nog net een gil inslikken. Dit soort dingen zag je alleen in films.
Onder zijn bed stond een klein mannetje.
Een mager ventje van een jaar of acht. Misschien negen. Maar zeker niet ouder. Met rood haar, een wit T-shirtje aan en een blauw broekje.
Het mannetje was niet groter dan de wijsvinger van papa.
‘Hallo,’ zei Bram, ‘wie ben jij?’